Een poosje geleden zag ik een oproepje van een journalist die voor een artikel op zoek was naar bijzondere thuiswerkplekken in deze Coronatijd. Ik bracht haar in contact met Jantine die haar Zonnehuisje als thuiskantoor gebruikt.
Het resultaat is een prachtig artikel in Libelle nr. 12 van 2021, waar ik enorm trots op ben!
Jantine van Beek (49) werkt in haar ‘zonnehuisje’. “Ik kan het uitzicht kiezen waar ik op dat moment zin in heb.”
“Mijn huisje staat met acht wieltjes op een draaicirkel. Ik kan het naar de zon toe draaien, of naar een uizicht waar ik op dat moment zin in heb. Zoals naar de kinderen die op de trampoline springen, of naar de ‘stille kant’ van de tuin met de hortensia’s. Vorig voorjaar waren mijn man en ik onze tuin aan het opknappen. Ik liet hem foto’s zien van het huisje dat ik al een jaar eerer op Facebook was tegengekomen, en waarover ik was blijven dromen. Zou dat geen sfeervolle toevoeging zijn?
Het leek me heerlijk om erin te schrijven – mijn hobby – en te werken. Ik ben onderzoeker en docent aan een masteropleiding in Wageningen en doe veel begeleiding, beoordelingen en voorbereiding voor lessen vanuit huis. Nu moest ik vanwege corona helemaal thuis werken. Het raam van mijn werkkamer in onze boerderij zit zo hoog, dat ik alleen de lucht erdoor kan zien. Ik wilde meer genieten van buiten en van onze tuin.
Mijn man was zó enthousiast over het Zonnehuisje, dat we meteen naar de ontwerpster gingen om er een te bestellen. In de maanden waarin het huisje werd gemaakt, verzamelde ik spullen voor de inrichting. Een mooi kleed, een fijne rotan stoel, lampjes en de schelpen die mijn man en ik verzamelden op de Waddeneilanden. En een elektrische haard, een wandrekje voor boeken en een mand voor onze labrador Nora, zodat ze aan mijn voeten kan liggen als ik werk. Mijn gezin lachte me uit: ‘Hoe groot denk je dat je huisje is?’
Mijn zonnehuisje is een heerlijke, geborgen plek waar ik me kan terugtrekken. Tot in de late herfst zat ik er geregeld om een artikel te lezen of lesstof te bestuderen. In de winter is het me te koud, maar reken maar dat ik er zit zodra de eerste zonnestralen deze lente schijnen. Mijn kinderen vroegen laatst: kan er niet een bedbank in komen, zodat we erin kunnen logeren? Daar gáát mijn stekkie, dacht ik.
Ik heb nog geen antwoord gegeven.”
© Libelle nr.12 2021
